NRC Handelsblad, 9 juni 2005

In Venetië wil iedereen een tasje van Gilbert en George

Zondag wordt de Biënnale geopend, maar vanochtend begonnen drie dagen waarin iedereen in de internationale kunstwereld alles probeert te zien. Nederland presenteert het duo De Rijke/De Rooij.

Door onze redacteur Sandra Smallenburg

VENETIË, 9 JUNI. De officiële opening van de Biënnale van Venetië is pas zondag, maar wie op het terrein van de Giardini rondloopt krijgt het idee dat de vernissage voor 's werelds grootste kunstevenement allang begonnen is. In de landenpaviljoens daar verdringen cameraploegen zich rondom de kunstenaars, terwijl de terrassen en wandelpaden buiten hangplekken zijn geworden voor museumdirecteuren, verzamelaars en ander professioneel kunstpubliek.

Bijna allemaal hebben ze linnen tasjes van Gilbert en George over hun schouder hangen - gratis voor wie in het Britse paviljoen een catalogus van het duo koopt. Het hebbedingetje vormt op deze eerste officieuze biënnaledag direct een aardige populariteitsgraadmeter.

Bij de Nederlandse delegatie is het rustig, maar dat heeft vooral te maken met de aard van de presentatie. Het kunstenaarsduo De Rijke/De Rooij laat er zijn nieuwe werk Mandarin Ducks zien, een film van 36 minuten die alleen op gezette tijden vertoond wordt. Bij de ingang van het Rietveldpaviljoen plakt vormgever Wim Crouwel net de laatste zelfontworpen letters op de verduisterde ramen. Op een witte zuil naast hem staat de tekst 'next viewing' en wijst de klok tien uur. De kunstenaars zelf stappen met een klein gezelschap naar binnen om voor de allereerste keer proef te draaien.

Het interieur van het Nederlandse paviljoen dat Rietveld in 1953/54 ontwierp, heeft het karakter van een kerk gekregen. In het midden van de hagelwitte ruimte staan drie rijen met zwarte banken opgesteld. Gefilterd daglicht schijnt door dakramen. Zodra iedereen zit, worden deze vensters een voor een verduisterd en start de film. ,,Mandarin Ducks is een ruimtelijke installatie'', benadrukt Martijn van Nieuwenhuyzen, als curator verantwoordelijk voor de Nederlandse inzending. ,,Het gaat niet alleen om de filmvoorstelling, maar ook om de beleving van licht en ruimte.''

Jeroen de Rijke en Willem de Rooij vormen sinds 1994 een duo en staan bekend om hun ingetogen videowerken waarbij ze de toeschouwer minutenlang laten kijken naar hetzelfde uitzicht, bijvoorbeeld op een vuilnisbelt of kerkhof. ,,We wilden eigenlijk een comedy maken'', zegt de Rijke over Mandarin Ducks. ,,Maar het is een film noir geworden. Er is door de acteurs veel geïmproviseerd. Voor iedere scène kregen ze sleutelwoorden waarmee ze aan de slag gingen.'' De Rooij geeft toe dat het project een experiment was. ,,Het is geen bevestiging van het werk dat er al is. Maar ik vond dat we als 35-jarigen nog niet toe waren aan een midlife-overzicht.''

Mandarin Ducks is anders dan alles wat Jeroen de Rijke en Willem de Rooij sinds 1994 gemaakt hebben. Het is een narratieve film over een tiental vrienden die elkaar iedere zondag ontmoeten in een duur appartement. De dialogen, vol onderhuidse spanningen en psychologische spelletjes, worden uitgesproken door bekende toneelacteurs als Cas Enklaar, Liz Snoyink en Annemarie Oster. Door het overdreven acteerwerk en de ironische kijk op het leven van de rich and famous houdt de film het midden tussen een soap en een aflevering van Absolutely Fabulous.

Het perfectionisme waarmee het Nederlandse paviljoen is ingericht, gaat ver. De breedte van de projectiekamer (vier meter), is precies afgestemd op de maatvoering die Rietveld hanteerde voor zijn paviljoen (zestien bij zestien). Alles, van de belettering van Crouwel tot het grind bij de uitgang, is perfect verzorgd. ,,Ik heb gisteren nog voor vijftig euro een grindman omgekocht'', zegt curator Van Nieuwenhuyzen. ,,Anders was het hier na een onweersbui nogal drassig geworden.'' In verband met de lengte van de film en het beperkte aantal plaatsen is hij voorbereid op lange rijen. ,,Dat moet dan maar. Het publiek moet ongestoord en geconcentreerd kunnen kijken. We wilden op dat gebied geen concessies doen.''

Het is de vraag of het internationale kunstpubliek de vele referenties in Mandarin Ducks, naar Nederlandse architectuur en vormgeving bijvoorbeeld, zal oppikken. De Rooij: ,,We maken geen werk voor bepaalde gelegenheden. Als je je als kunstenaar aanpast aan een event-situatie als de biënnale, ben je verloren. Wij willen ons niet confirmeren. Je moet niet ingewikkelde dingen terugbrengen tot Nijntje-niveau. Dat heeft het grondwet-referendum ons wel geleerd.''