Sint Maarten

Zijn mantel, de palliatieve zorg, de liedjes en spreuken. Het is ook een Merkeldag.

Sint-Maarten was bisschop van de stad Tours en een belangrijke grondlegger van het katholieke christendom in Gallië. Hij was bovendien een van de populairste heiligen in de Middeleeuwen. Er is ook een feestdag naar hem vernoemd. Op 11 november. Het vreemde is dat in delen van Vlaanderen, inclusief Watou, Sint Maarten de rol van Sinterklaas heeft overgenomen. In Watou komt Sinterklaas dus op 11 november en niet op 5 december!

Maarten werd rond 316 geboren in Savaria (Hongarije) als zoon van Romeinse ouders. Op jonge leeftijd werd hij soldaat en als 15-jarige trok hij naar Gallië.  

Bij een stadspoort van Amiens ontmoette Sint Maarten een bedelaar, aan wie hij de helft van zijn mantel gaf.

Omdat de helft van de mantel eigendom was van Rome kon hij slechts zijn eigen helft weggeven. De mantel die hij deelde met de blinde bedelaar werkt nog op andere manieren door. In het Latijn is mantel cappa. De ruimte waarin zijn mantel werd bewaard ging al gauw kapel heten en de bewaker de cappellanus. Een ander woord voor mantel in het Latijn is pallium en van dit woord is de term palliatieve zorg afgeleid.

Sint-Maarten was vroeger de datum waarop de oogst binnengehaald moest zijn en het vee op stal ging. Op die dag werden ganzen geslacht. Op 11 november werden de grote Sint-Maartensvuren ontstoken. Dit gebruik gaat terug op een Germaans feest ter ere van Wodan. Men bracht dankoffers en brandde reinigende vuren om de vruchtbaarheid van het land en vee te bevorderen.

Later werd het Sint-Maartensfeest vooral een kinderfeest. Kinderen trokken met lampions of uitgeholde rapen, knollen en kalebassen met een kaarsje langs de deur voor snoep en fruit. Ook gebruikten ze een foekepot of rommelpot, dat is een pot waarover een varkensblaas is gespannen, daarin zit een rietje dat een brommend geluid maakt als eraan wordt getrokken. In diverse Nederlandse steden en streken gaan kinderen op 11 november met zelfgemaakte lampions langs de deuren om te zingen, waarvoor ze snoep krijgen.  

Voorbeelden van Sint-Maartensliedjes:  

Sint-Maarten, Sint-Maarten is jarig vandaag.
Nu branden de lichtjes dat doen wij zo graag.
Elf november is de dag dat mijn lichtje, dat mijn lichtje.
Elf november is de dag, dat mijn lichtje branden mag.  

 

Sint-Maarten, Sint-Maarten, de koeien hebben staarten.
De meisje hebben rokjes aan. Daar komt Sint-Martinus aan.
Geef een appel of een peer. Ik kom het hele jaar niet weer.
Het hele jaar dat duurt zo lang, tot mijn lichtje branden kan.  

Sint Maarten is een Merkeldag (ook wel: lotdag) is de aanduiding van een dag die in het volksgeloof bijzonder belangrijk is voor het lot van de mens of het weer. Het weer op een merkeldag is in dat geval bepalend voor de rest van de periode. Bij merkeldagen horen dan ook één of meerdere weerspreuken:

Is de lucht op Sint-Martinus helder, de vorst dringt door in menig kelder.
Op Sint-Martinus de wind in zuidwest, heel de winter een regennest.
Al moet Sint-Maarten een mantel dragen, hij moet toch nog wandelen in zomerse dagen.
Als op Sint-Martinus de ganzen op het ijs staan, zullen ze met Kerstmis door het slijk gaan.
Nevels in Sint-Maartensnacht, maken de winter kort en zacht.