Een
dorp van betekenis
Watou
is een dorp waar cultuur en gastronomie
hoge toppen scheren. Het brouwersdorp
profileert zich tevens als een cultureel
trefpunt, zowel door de hedendaagse kunst
in de zomer, als de Gregoriaanse klanken
van het muziekfestival, maar ook door het
voortdurend en groeiend aanbod
kunstgaleries en gezellige cafés.
3 Ambachtelijke
brouwerijen leveren een uitgebreide
selectie streekbieren en het
Brouwersmonument (A. Vandroemme, 1982)
bevestigt deze stelling. Tijdens de
juli- en augustusmaand vormen diverse
locaties in het dorpscentrum de
tentoonstellingsruimte voor poëzie en
moderne kunst tijdens de jaarlijkse Poëziezomer.
Diverse centrale
figuren schonken Watou een blijvend
aandenken: de Communikatiepaal (Prof.
Beeckman, 1985), het Claus-silhouet (R.Raveel,
1993) en het Watou-mozaïek (H. Heyrman,
1988). De "bonde",
gebruikt bij de visvangst, symboliseert
Watous jumelage sinds 1985 met
Mezieres-en-Brenne, een waterrijk gebied
in het Franse departement Indre. In
de St.-Bavokerk tref je de 2 praalgraven
aan van de eerste graven van Watou, Karel
van Ydeghem en Maria van Cortewyle en van
de mysticus K.L. Grimminck. Van het
kasteel uit 1620, waar ooit Lodewijk XIV
met gevolg overnachtte, bleef alleen de
ingangspoort over na de verwoesting in
1793 door generaal Van Damme, geboren te
Cassel. Op één van de hoogste
punten van Watou, de Fazantheuvel (62 m)
in de Stoppelweg, werd op 30 april 2000
een oriëntatietafel geplaatst.